Wetenschappelijke naam:  Tiliqua scincoides

Nederlandse naam: Blauwtongskink

Cites status: CITES D

Familie: Scincidae

Uiterlijk: Deze vreemde hagedissen hebben of een geheel blauwe, of een blauw uiteinde aan de tong. Het zijn zwaargebouwde dieren met korte dikke poten en een grote kop. Ze hebben een zilverkleurige of goudgekleurde rug met een donkere aftekening erop.

Verspreidingsgebied: Australië,

Geslachtsonderscheid: Het mannetje heeft een bredere kop en een dikkere staartwortel.

Maximale lengte: Ze worden ongeveer 50 cm groot.

Huisvesting:

Twee tot drie exemplaren kunnen gehouden worden in een steppeterrarium van 150x50x50 cm. Zorg ervoor dat één van de hoeken vochtig word gehouden, en gebruik als bodembedekking zand of houtsnippers. Schuilplaatsen zijn noodzakelijk om stress te verminderen, dus zorg dat er genoeg aanwezig zijn. Deze skinken houden van baden, geef ze die mogelijkheid door een grote waterbak neer te zetten. De temperatuur in het terrarium moet rond de 30 graden liggen, zorg ervoor dat er plekken onder de lamp beschikbaar zijn zodat ze ook plekjes hebben van 40 graden Celsius. ’s Nachts mag de temperatuur dalen tot de 30 graden. Het habitat is bij voorkeur droog, en bevat open plekken en vegetatie en stenen.

Gedrag: Deze hagedissen leven op de grond, en houden niet van klimmen. In de natuur zijn het solitaire dieren. Zet ze echter in een ruime bak, en de dieren zullen elkaar duchten zolang ze niet te dicht op elkaar zitten.

Voortplanting:

Hier ligt een discussiepunt, sommige mensen zeggen dat één vrouw en één man niet direct voor nakomelingen hoeft te zorgen. Andere mensen zeggen dat dit wel zo is, maar dat het geslacht zo moeilijk te bepalen is dat men niet weet of hij nou een koppel van één vrouw en één man bezit, of dat hij twee vrouwtjes heeft. In ieder geval is dit duidelijk. De draagtijd van een blauwtongskink ligt tussen de vier en vijf maanden. Als het vrouwtje gaat werpen kunt U rekening houden met zes tot twaalf jongen. Hou er rekening mee dat de jongen direct zelfstandig zullen eten, dus zorg voor voer (en de nodige calcium en vitamines).

Hanteren: Deze dieren kunnen redelijk handtam worden, en zullen aan U wennen. Pak ze om de dag even op en bekijk de dieren direct op wondjes en dergelijke.

Voeding: De dieren eten fruit, nestratten, insecten, slakken, groente en bloemen. Wissel lekker veel af zodat de dieren veel verschillende voedingsstoffen binnenkrijgen.

Bijzonderheden: De Blauwtongskink is eierlevendbarend. Met zijn blauwe tong schrikt hij vijanden af en neemt hij de geuren uit zijn omgeving waar.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *