Afrikaanse Reuzenslak
De Afrikaanse Reuzenslak is geen reptiel. Slakken vallen onder de ongewervelde. De Latijnse naam is Achatina Fulica. Ze staan ook bekend als de Agaatslak.
ALGEMENE INFORMATIE
- Komen uit Oost-Afrika
- Lengte tot 30 cm
- Zacht en slijmerig lichaam met hard schelp
- 7 tot 10 jaar oud
- 100 tot 150 eieren, soms wel 600
UITERLIJK
De Afrikaanse Reuzenslak heeft geen skelet of uitwendig pantser. Het lichaam van de Afrikaanse Reuzenslak bestaat uit drie delen. De voet is het onderste deel, hiermee beweegt hij zich voort. De ingewandenzak, die zich in de schelp bevind. Het laatste deel is de kop, hierop bevinden zich 4 tentakels. Twee korte en twee lange. De twee lange tentakels worden gebruikt om te zien en te ruiken. De twee korte tentakels worden gebruikt om sporen te volgen en te proeven. De schelp is gemaakt van kalk met aan de buitenkant een laagje perostractum, dit zorgt voor bescherming en glans van de schelp.
GESLACHTSONDERSCHEID
Afrikaanse Reuzenslakken zijn hermafrodiet. Dat betekend dat ze zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Zelfbevruchting komt dan ook voor bij Afrikaanse Reuzenslakken. Voor voortplanting zijn er wel meerdere slakken nodig. Het paren gebeurd onderste boven of aan de wanden van het terrarium. De slak kan dan het sperma maandenlang vast houden, tot ze een goede plek vind om te leggen. De eieren leggen ze ondergronds. Ze leggen 100 tot 150 eieren, maar kunnen ook 600 eieren leggen. Deze komen vaak al na 2 weken uit.
HERKOMST
Afrikaanse Reuzenslakken komen uit Oost-Afrika. Ze komen vooral voor op bosgronden van tropische en subtropische gebieden. Daar is het warm en vochtig. Ze zijn vaak te vinden in gebieden waar veel mensen wonen, zoals bij akkers, tuinen en plantages. Dit omdat hier veel eten en etensresten te vinden zijn. Ze zijn vaak bij schemering of na regen te zien.
HUISVESTING
Afrikaanse reuzenslakken kunnen zowel samen als alleen gehouden worden. Als je wilt dat je slakken zich gaan voortplanten heb je er wel meer nodig. Let er wel op dat de slakken van hetzelfde voormaat zijn. Grotere slakken zouden de schelp van de kleinere slakken kunnen beschadigen. Slakken kunnen gehuisvest worden in een terrarium, aquarium of plastic bak. Houdt er rekening mee dat slakken goed kunnen klimmen en ze de zijkanten en bovenkant vies kunnen maken. Zorg er om deze reden ook voor dat er een goede bovenkant is en de slak niet uit de bak kan klimmen. Ook is het belangrijk dat er in een gesloten bak, luchtgaatjes gemaakt worden. Voor 2 tot 4 slakken is een bak van minimaal 60(l)*30(b)*30(h) aan te bevelen. Het verblijf moet een goede laag bodemmateriaal van ongeveer 5 tot 15 cm hebben. Deze moet ook goed vochtig gehouden worden. Meestal is dit aarde omdat ze hier goed in kunnen graven. Let vooral op de zuurwaarde van de bodem. Een te zuren bodem kan de slak en de schelp beschadigen. Een goede bodem heeft een pH-waarde van 7. Slakken vinden het ook erg fijn als er plekjes zijn om te schuilen en te klimmen. Er kunnen planten in het terrarium geplaatst worden maar deze zullen vaak gegeten worden door de slakken. Afrikaanse Reuzenslakken hebben ook warmte nodig. Een goede temperatuur is tussen de 22-26 graden. Plaats de warmtebron nooit onder het verblijf, slakken zitten graag onder de grond en zullen zich kunnen branden. Een warmte lamp kan gebruikt worden maar zorg dat de slakken er niet naar toe kunnen klimmen. Een teveel aan licht is ook niet goed voor de slak, hij zou kunnen uitdrogen. Slakken houden ook van een vochtige omgeving, er moet dus dagelijks gesproeid worden.
HANTEREN
Bij het oppakken van een Afrikaanse Reuzenslak, zal deze zich in eerste instantie terugtrekken in zijn schelp. Als ze aan je gewend zijn, kruipen ze daar vanzelf uit. Let bij het oppakken goed op als de slak zich goed vasthoud, Zet niet teveel kracht bij het losmaken. Als er teveel kracht gezet word, kan de rand tussen de schelp en het lichaam van de slak kapot getrokken worden.
Om deze dieren op te pakken is het belangrijk dat je handen niet schoon gemaakt zijn met desinfectiegel maar dat ze gewoon zijn gewassen met water en zeep. Als ze op substraat (aarde/mos/tak) zitten dan kan je ze er voorzichtig aftrekken. Als ze op het glas zitten mag je ze er nooit vanaf trekken want dan zuigen ze vacuüm en blijven ze vastzitten.
VOEDING
Afrikaanse reuzenslakken eten voornamelijk plantaardige materialen, zoals groente, fruit en bladeren. Ze eten ook soms dode dieren, rottende materialen, algen, paddenstoelen en mest. Aan te raden is dat ze gevarieerd voedsel te geven. Jonge slakken hebben voornamelijk zachte groentes nodig als voedsel. Ook zijn dierlijke eiwitten nodig voor Afrikaanse Reuzenslakken. Deze worden vaak gegeven in de vorm van geweekt kippenvoer, hondenbrokken, schildpadvoer of visvoer. Het schild van de slak is gemaakt van kalk, daarom moet dit ook goed aangevuld worden. Dit wordt vaak gedaan doormiddel van sepia. Drinkwater is geen noodzaak van Afrikaanse Reuzenslakken. Ze kunnen vocht halen uit hun eten en uit de gesproeide omgeving. Is er wel een waterbak met water aanwezig, zal de slak erin gaan liggen en het vocht in de huid opnemen.
BIJZONDERHEDEN
Afrikaanse Reuzenslakken kunnen twee soorten slijm aanmaken. Als hij verticaal klimt maakt hij een plakkerig soort slijm aan, als hij horizontaal kruipt maakt hij een beschermend slijm aan.