Californische Koningsslang
De Californische Koningsslang staat er om bekend dat hij naast knaagdieren en vogels, ook slangen kan eten. Zelfs giftige slangen kan hij opeten. Zijn Latijnse naam is Lampropeltis Getullus Californea.
ALGEMENE INFORMATIE
- Zuiden van de VS en Mexico
- 1,50 tot 2 meter
- Zwarte slangen met witte strepen over het lichaam
- 20 jaar
- 24 eieren per jaar
UITERLIJK
Koningsslangen hebben een zeer kenmerkend uiterlijk. Ze zijn goed te herkennen aan het ronde lichaam en met een kop die een gelijke grote heeft als het lichaam. Vaak hebben ze een hele vele kleur, maar dit is bij de Californische Koningsslang niet het geval. Deze zijn vaak zwart met witte strepen. Hij heeft een stompe snuit met een kleine opening waar hij de tong uit kan steken. Aan het einde van de tong zit en splitsing waarmee richting geroken kan worden. Ze hebben glanzende en stevige schubben. De staart is relatief kort en bevind zich achter de cloaca.
GESLACHTSONDERSCHEID
Bij de koningsslang is het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes moeilijk te onderscheiden. In de regel zijn de vrouwtjes groter dan de mannetjes en mannetjes een duidelijke verdikte staartwortel. Ook kan er doormiddel van sonderen het verschil gezien worden. Er wordt dan met een naald in de cloaca gevoeld. Als de naald komt van 7 tot 10 schubben is het een mannetje. Komt de naald van 1-2 schubben is het een vrouwtje.
HERKOMST
Koningsslangen zijn met name te vinden in het zuiden van de Verenigde Staten en het noorden van Mexico. De Koningsslang heeft een heel gevarieerd leefgebied. Ze komen voor in open gebieden zoals berghellingen en steppen maar kunnen ook in beboste gebieden voorkomen. Het komt voor dat ze voorkomen moerrassen of woestijnen.
HUISVESTING
De Koningsslang is een grondbewoner. Hij heeft dus geen grote behoefte aan klimmen. Wel vind hij het fijn om zich in te graven of zich te verstoppen tussen bladeren en takken. Een schuilplek is sowieso heel belangrijk bij de dieren. Hij heeft een waterbak nodig waar hij in zijn geheel in kan liggen om te badderen. De minimale maten van het terrarium zijn 100(l)*50(b)*50(h). Overdag moet de tempratuur in het terrarium zitten tussen de 25 en 35 graden.
HANTEREN
Bij het hanteren van een slang moet er goed op gelet worden dat deze op twee plaatsen wordt ondersteund. Die plaatsen zijn net achter de staart en net achter de nek. Als de slang door gaat hangen, kan je nog een derde ondersteuningsplek geven door de slang om je nek te hangen. Een slang zal zich zelf ook proberen vast te houden door zijn lichaam om je heen te slaan.
Voordat je een slang gaat hanteren let je eerst op het gedrag van de slang hoe ligt die erbij is die in vervelling of zit die in een S-houding etc. Allemaal punten om rekening mee te houden voordat je de slang uit zijn terrarium gaat halen. Bij twijfel of onvoldoende ervaring hiermee gebruik dan eventueel een slangenhaak om het dier uit zijn terrarium te halen. De slangenhaken kan je vinden in de hoek van de korte stelling (zie foto) na gebruik weer schoon terug hangen alsjeblieft. Elke slang moet minimaal altijd op 2 punten worden ondersteund een hand achter de nek en een hand bij de staart. Als de slang nou gaat hangen leg hem dan om je nek zo heeft die drie ondersteuning punten (zie foto). Voor grote slangen moet je altijd met zijn tweeën zijn omdat deze sterk genoeg kunnen zijn om jou te wurgen. De meeste slangen zullen zichzelf ook gaan vasthouden aan jou zodat ze niet kunnen vallen. Als je een slang om de nek doet bij iemand zorg er dan voor dat de staart onder de oksel gaat (meestal) houden ze zichzelf dan vast (zie foto). En laat de slang aan de andere kant rusten op de hand zorg ervoor dat ze hun handen open houden. Als de slang dan terug wil dat die dan niet wordt vastgehouden anders kan de slang geïrriteerd raken of misschien wel zelfs bijten. Blijf zelf altijd dicht in de buurt van het hoofd staan zodat je snel kan ingrijpen als er iets fout gaat (bijvoorbeeld als een kind voor het hoofd zwaait of langs rent) of ziet dat je moet ingrijpen. Je kan de mensen/kinderen bijvoorbeeld ook laten zitten op een stoel. Zorg er dan wel voor dat de slang nergens tussen door kan kruipen op de stoel.
VOEDING
Het voornaamste voedsel van de koningsslang bestaat uit kleine zoogdieren, vogels en soms amfibieën en kleine reptielen. Heel soms staan eieren ook op het menu, maar aangezien de koningsslang een grondbewoner is, zijn deze voor hem lastig te vinden. De koningsslang is ook kannibalistisch, dat wil zeggen dat hij ook dieren van zijn eigen soort kan eten. In tegenstelling tot andere kannibalistische slangen, kan de koningsslang ook giftige slangen eten. Het voedsel wat een slang eet, moet hij in een keer door kunnen slikken. Aangezien in slang ziet in infrarood zal hij een prooi sneller herken als hij levend (en dus warm) is. De slang kan hiermee gefopt worden door een prooi enkele seconde onder de warme kraan te houden.
BIJZONDERHEDEN
In Amerika wordt aan de kinderen een rijmpje geleerd om te zien of de slang giftig is; : “Red on yellow will kill as fellow, red on black is a friend of Jack”