EHBO : Verslikking bij kinderen
Een schrikbeeld van elke ouder is dat je baby of je kind stikt in een korstje of in iets dat het heeft ingeslikt. Omdat een kind een stuk kleiner en dus kwetsbaarder is dan een volwassene, gaan we hier wat dieper op in. Ongeveer de helft van de verslikkingen onder kinderen vindt plaats aan de eettafel. Er is er dus meestal wel iemand aanwezig om te helpen. De andere helft van de kinderen verslikt zich in dingen die ze vaak ongezien in hun mondje gestopt hebben. Bij een gedeeltelijke afsluiting van de luchtweg, raakt het kind in paniek en zal hoesten. Bij inademing is soms een klein piepend geluid hoorbaar. Bij een totale luchtwegafsluiting ademt, praat en hoest het kind niet. Snelle reactie is geboden, omdat het slachtoffer hier dood aan kan gaan.
Beoordeling van het slachtoffer
Ga na wat er gebeurd is. Was het kind aan het eten of heeft hij iets in zijn mond gestopt? Misschien heb je het zelf wel gezien of heeft een omstander het gezien.
Het kind grijpt naar zijn keeltje of zwaait met zijn armpjes in het rond.
Onderscheid maken
Ten eerste maken we onderscheid tussen:
- baby’s van 0 tot 1 jaar
- kinderen van 1 jaar en ouder
Baby’s van 0 tot 1 jaar
- Laat 1-1-2 bellen of als je alleen bent bel je zelf en zet je de telefoon op de luidspreker.
- Leg de baby over je arm, met het gezichtje naar beneden. Zorg dat je het hoofdje iets lager houdt dan de borstkas. Zo helpt de zwaartekracht je een handje mee.
- Ondersteun het hoofdje door de kaak te ondersteunen. Leg je arm op je bovenbeen en ondersteun zo het kind. Let op dat je de keel niet per ongeluk dicht drukt!
- Klop met enige kracht met de hiel van je andere hand 5 keer tussen de schouderbladen.
- Herhaal dit tot het voorwerp eruit schiet of tot dat het kind niet meer reageert.
- Start reanimatie.
Is de verstikking na 5 slagen niet opgeheven, maar reageert de baby nog wel?
- Draai de baby als volgt op zijn rug: zet je vrije hand op de baby’s rug en ondersteun het hoofdje. Je hebt het kind nu tussen je bovenarmen geklemd.
- Leg het kind weer op je arm op het bovenbeen en zorg weer dat het hoofdje lager is dan de borstkas.
- Geef 5 borststoten (te vergelijken met borstcompressies*, maar dan feller en minder snel achter elkaar). Plaats twee vingertoppen van je hand op het borstbeen, een vingerbreedte onder de tepellijn, op dezelfde plaats als de borstcompressies.
- Doe dit 1 x per seconde en zorg dat je genoeg kracht zet om het voorwerp naar boven te laten komen.
- Zit het voorwerp nog steeds vast? Geef dan afwisselend 5 slagen op de rug, gevolgd door 5 borststoten.
- Kinderen moeten na borstcompressies door een arts onderzocht worden.
Kinderen van 1 jaar en ouder
Als het kind al hoest, moedig het dan aan om door te hoesten en wacht af. Komt het voorwerp niet los, of hoest het niet goed, doe dan het volgende:
- Geef met de hiel van de hand 5 slagen tussen de schouderbladen.
- Ga achter het kind staan of kniel neer en omarm het kind vlak onder de oksels.
- Maak van één hand een vuist en plaats de vlakke duimzijde tegen de buik, ruim onder de tip van het zwaardvormig aanhangsel en iets boven de navel.
- Pak de vuist met je andere hand vast en druk een paar keer snel in de buik (maximaal 5 keer). Druk dus naar binnen en omhoog naar het middenrif.
- Je beschermt de interne organen door te zorgen dat je het zwaardvormig aanhangsel en de onderste rand van de ribben niet aanraakt.
- Zorg dat je genoeg kracht zet om het voorwerp naar boven te laten komen.
- Zit het voorwerp nog steeds vast? Geef dan afwisselend 5 slagen op de rug, gevolgd door 5 samendrukkingen in de buik.
- Herhaal dit tot het voorwerp eruit schiet of totdat het kind niet meer reageert.
- Bel 1-1-2 of laat iemand bellen.
- Start reanimatie.
Hoe te handelen bij baby’s én kinderen
Als eerdere handelingen allemaal niet helpen, zal de baby of het kind bewusteloos raken. Laat direct 1-1-2 bellen en start de reanimatie. De hartslag van een kind daalt heel snel naar 0. Dit in tegenstelling tot een volwassene, bij wie de hartslag snel stijgt.
- Roep om hulp, bel 1-1-2 en zet de telefoon op de luidspreker en blijf bij het kind.
- Kijk of je in de mond een vreemd voorwerp ziet zitten en verwijder het als je er goed bij kunt komen.
- Kantel het hoofd achterover en doe de kinlift, om zo de luchtwegen te openen. Zorg dat bij een baby het hoofdje slechts een klein beetje kantelt, zodat het niet het nekje breekt.
- Geef 5 beademingen en kijk of de borst omhoog komt na een beademing. Zo niet: kijk of het hoofd goed gekanteld is en of de kinlift goed is uitgevoerd.
- Geen reactie bij 5 beademingen? Ga over tot borstcompressies en beademing in de verhouding 30:2 en doe dit 1 minuut.
- Hulpverleners die met kinderen werken kunnen de aangepaste methode voor reanimeren toepassen (verhouding 15:2).
- Je mag pas stoppen met reanimeren als het kind weer normaal ademt.
- Begint het kind spontaan adem te halen: leg het in de stabiele zijligging en wacht op de ambulance.
- Controleer steeds de ademhaling en blijf in contact met het kind of de baby.