Hoe kunnen we helpen?
< Terug
Je bent hier:
Print

Lesgeven hoogbegaafde kinderen

Creatief, gemotiveerd en een IQ van 130 of hoger – 1 à 2 procent van de leerlingen is hoogbegaafd. Sommige scholen hebben plusklassen waarin de slimmeriken extra worden uitgedaagd. Of er is Leonardo-onderwijs in de buurt. Hoe ga jij als Educatief medewerker om met deze slimmeriken?

Herken hoogbegaafdheid
Hoe herken je hoogbegaafdheid? Kort antwoord: Een brede belangstelling, snel verbanden leggen, vlotte denksprongen, vindingrijkheid en een goed geheugen. Daarnaast blinken ze uit in taakgerichtheid, volharding en creatief denken. En wat opvalt, is dat ze vaak moeite hebben om zich sociaal aan te sluiten bij de rest van de groep.

Bepaal het niveau
Er zijn allerlei tests om de diagnose hoogbegaafdheid te stellen. De intelligentie van kinderen van 6 tot 16 jaar test je bijvoorbeeld met de WISC-III. Voor leerlingen ouder dan 16 is er de WAIS. Of neem toetsen van hogere leerjaren af, het zogenoemde doortoetsen. Doe dit net zo lang tot je het niveau hebt bepaald waarop de leerling gemiddeld scoort.

Geef minder instructie
Hoogbegaafde kinderen kunnen met minder instructie toe. Terwijl je nog bezig bent met uitleg over de stof, is het slimme kind al bij zijn/haar volgende vraag. Ze zijn vaak in staat een probleem zelf op te lossen. Stimuleer dat, maar let wel goed op of het kind alle feitenkennis heeft. Want ook een hoogbegaafd kind kan een vraag verkeerd beantwoorden, simpelweg omdat het kennis ontbeert. Vraag daarom naar de achtergrond van een raar of opmerkelijk antwoord. Hiermee ontdek je gedachtesprongen die niet kloppen.

Laat herhalings- en oefenstof weg
Als hoogbegaafden iets eenmaal onder de knie hebben, willen ze iets nieuws. Dit kun je organiseren door in groepen te werken. De ene groep krijgt instructie, terwijl de andere groep alvast aan de slag gaat. Maak de lesstof bondiger, zodat je tijd overhoudt voor verdieping of verrijking.

Bied de stof in samenhang aan
Stapsgewijs de methode doorwerken is funest voor hoogbegaafde kinderen. Overleg met het kind wat je wilt bereiken en bespreek vervolgens hoe het kind die kennis tot zich kan nemen. De stof in brokjes aanbieden is namelijk onlogisch voor leerlingen die het verband willen snappen. Optellen en aftrekken horen bij elkaar, evenals de keer- en de deeltafels. Bied deze dus niet afzonderlijk van elkaar aan.

Laat het kind extra presteren
Geef het kind extra werk en stem dit af op de interesse van het kind. Laat het bijvoorbeeld een onderzoek doen en een presentatie voorbereiden hierover. Je kunt de ruimte ook gebruiken voor filosofie of het leren van de Latijnse benamingen van de dieren. Zorg dat het niet te makkelijk is of te vrijblijvend. En stel eisen. Het kind moet een echte prestatie leveren.

Let op onderpresteren
Veel slimmeriken gaan expres onderpresteren om erbij te horen. Vooral de meisjes doen dit en je merkt het aan het vele staren en aan gekke fouten. Ze zijn namelijk eerder klaar met hun werk en maken gekke fouten om nou eens geen hoog cijfer te halen. Hoogbegaafde jongens gaan eerder klieren als ze zich vervelen. Belangrijk is om het extra werk niet vrijblijvend te maken omdat, als ze de keuze hebben, het extra werk liever niet doen omdat ze dan opvallen.

Geef fantasie de ruimte
Creativiteit kenmerkt hoogbegaafden. Daarom moet er binnen alle vakken ruimte zijn voor het gebruiken van hun fantasie, voor creatieve toepassingen. Einstein zei het al: “Imagination is more important than knowledge.”

Lesgeven hoogbegaafde kinderen