Kolenbrander
SAMENVATTING
Latijnse naam: Geochelone carbonaria | Herkomst: Zuid-Amerika | Habitat: Tropisch regenwoud | Voedsel: Plantendelen en vruchten | Lengte: 50 cm | Eieren: 2 – 15 | Leeftijd: 75 jaar | Opvallend: Carbonarius komt uit het Latijn en betekent letterlijk vertaald ‘kolen’; de naam slaat op de vuurrode kleur van de poten.
UITERLIJK
De kolenbranderschildpad heeft een langwerpig, zwart schild met op iedere rugplaat een gele, vage vijfhoek. De schildrand is geel, op de kop en poten zijn onregelmatige, gele vlekken aanwezig. Bij de juveniele dieren zijn de gele vlekken op de kop en schild groter, ze hebben felrode schubben op de poten. De Engelse benaming van deze soort is ‘roodvoetschildpad’. De maximale lengte van de carapax of rugschild is 51 centimeter maar veel exemplaren blijven ongeveer 35 tot 40 cm lang.
GESLACHTSONDERSCHEID
Mannetjes hebben een hol buikschild en een dikkere, langer staart. Vrouwtjes hebben een vlak buikschild en een korte staart Vrouwtjes zijn vaak kleiner dan mannetjes.
HERKOMST
De soort komt voor in grote delen van tropisch Zuid-Amerika; Argentinië, Brazilië, Colombia, Frans-Guyana, Guyana, Nicaragua, Panama, Paraguay, Suriname, Trinidad en Venezuela. De habitat bestaat uit vochtige steppen en graslanden niet ver van stroompjes want de schildpad heeft wel vocht nodig. Komt hier voor in Vochtige gebieden in savanne en regenwoud.
HUISVESTING
De kolenbrander is dagactief. De dieren zijn altijd op verkenningstour en worden hierdoor niet gehinderd door stenen of boomstronken. Voor een koppel heb je al gauw een terrarium nodig van 2 x 2 meter. Zorg hierbij ook voor een waterbak die ruim genoeg is om samen in te baden. Een UV lamp en warmtelamp zijn onmisbaar. Een aantal combi lampen zijn beschikbaar. Zorg dat de lamp regelmatig vervangen word zodat er voldoende UV afgegeven word. Onder de warmtelamp mag een temperatuur worden bereikt van 45°C. Overdag in het koudere deel mag de temperatuur 27 graden zijn, en ’s nachts is het niet best als de temperatuur onder de 22 graden zakt.
Geef de dieren de mogelijkheid tot schuilen, en plaats stenen en/of boomstronken zodat er hindernissen zijn. Houd sierplanten en giftige planten buiten het bereik van de dieren.
Meerdere dieren bij elkaar is mogelijk, mits er voldoende ruimte aanwezig is. Mannetjes zullen agressief naar elkaar reageren dus plaats nooit meer dan 1 mannetje bij een groep vrouwen.
HANTEREN
Een schildpad heeft sterke poten met stompe nagels eraan. Ondanks het feit dat de nagels vaak niet scherp zijn is het toch van belang de schildpad goed te ondersteunen tijdens het hanteren. Een hoop dieren voelen zich niet veilig in de lucht en zullen met hun poten je handen opzij willen duwen. Wij plaatsen hierdoor 1 hand tussen de achterpoten waarbij er 4 vingers op het buikschild en 1 duim op het rugschild beland.
De andere hand ondersteund de schildpad vanaf de zijkant. Til een schildpad nooit hoog boven de grond op als je niet zeker weet of je deze stevig vast hebt. Een val kan de schildpad ernstig beschadigen.
VOEDING
De kolenbrander schildpad is hoofdzakelijk vegetarisch en het menu bestaat hoofdzakelijk uit plantendelen en fruit, maar ook aas wordt wel gegeten. Denk aan; Fruit en groenten zoals andijvie, appel, tomaat, witlof, paardenbloem met blad, alle sla-soorten komkommer, enz, maar weinig tot geen dierlijk voedsel.
De dieren drinken uit het waterbassin en baden zich daarin. Daarom regelmatig verversen.
BIJZONDERHEDEN
Carbonarius komt uit het Latijn en betekent letterlijk vertaald ‘kolen’; de naam slaat op de vuurrode kleur van de poten. Tijdens de paring kan het mannetje kip-achtige ’toktok’ geluiden maken. Het legsel bestaat uit 2 tot 15 bolvormige eieren, die worden ingegraven. Na 5 tot 6 maanden komen ze uit.