Oorzaken van agressie

Tijdens een presentatie heb je soms kinderen die agressief gedrag vertonen naar andere kinderen of naar jou. De daders worden al gauw bestempeld als ‘rotkinderen.’ Hierdoor kom je in een uitzichtloze situatie die kan escaleren.
Agressief gedrag is biologisch geprogrammeerd en zit in ieder van ons. Ook opkomen voor jezelf of het verdedigen van degenen die je lief zijn, is agressief gedrag. Het gaat er dus om waar de grens ligt en hoe je kinderen moet leren te stoppen aan die grens.
We schrijven agressie vaak toe aan de vrije keuze van het kind dat de agressie uit. Ze bestempelen daarna het kind als vervelend. Er zijn uit onderzoek ook oorzaken naar voren gekomen, die buiten de wil van het agressieve kind liggen. Daarmee praat je agressie absoluut niet goed, maar kennis over de oorzaak kan soms bijdragen aan een mogelijke (gedeeltelijke) oplossing.
Er kunnen meerderen factoren zijn waarom een kind agressie vertoont:
- Persoonlijkheidsfactoren. Sommige kinderen hebben een opvliegend karakter en moeten nog leren daarmee om te gaan.
- Het kind heeft sterkere prikkels nodig om emoties te ervaren. Dit komt door een niet goed werkende prefrontale cortex (Kinderen met ADHD kunnen hier soms last van hebben).
- Een niet al te hoge intelligentie. Hierdoor beschikt het kind over minder oplossingsvaardigheden.
- Een gebrekkige sociale cognitie. Dit kan leiden tot verkeerd inschatten van sociale situaties en daarmee tot een verkeerde, in dit geval agressieve respons.
- Gebrekkige sociale informatieverwerking. Hierdoor wordt de respons van anderen per definitie als aanvallend ingeschat.
- Een gebrek aan verbaal vermogen. Als het kind niet kan zeggen wat het vindt, is agressie soms een voor de hand liggende mogelijkheid.
- Een lage frustratietolerantie. Als het kind snel gefrustreerd raakt, is er meer kans op agressief gedrag.
De bron van agressie kan ook komen uit omgevingsfactoren:
- Agressieve ouders/ opvoeders kunnen makkelijk leiden tot agressief gedrag van het kind.
- Hechtingsproblemen en effectieve verwaarlozing.
- Herhaalde echtscheidingen van ouders/verzorgers.
- Mishandeld zijn of het zien van mishandeling binnen het gezin.
- Een omgeving die aanzet tot agressief gedrag. Vrienden, maar ook ouders die zeggen “Sla er maar op.”
- Een inconsequente opvoeding, waar grenzen niet goed aangegeven worden.
- Een voor het kind stressvolle situatie. Die situatie hoeft voor anderen helemaal niet stressvol te zijn. Het gaat er om hoe het kind de situatie beleeft.
- Statusverlies en onzekerheid. Bijvoorbeeld als er een nieuw kind in de klas komt.
- Opvoedingsstijl. Geen duidelijke grenzen of buitensporig streng.
Als laatste bestaat er de kans dat jij een factor bent in de agressie van het kind:
- Het kan zijn dat medewerker een “agressieve” aanpak heeft in de groep. Denk dan vooral aan verbale agressie, zoals kleineren, sarcasme of voor gek zetten.
- De medewerker is te weinig consequent in het uitvoeren van de regels. Dit uit zich vaak in het te lang toestaan van verkeerd gedrag en dit vervolgens te rigoureus de kop willen indrukken, waarna het weer toegestaan wordt, enz. “En nu ben ik het zat al die herrie. We gaan een week lang niet gymmen.”
- Als de medewerker zelf de grenzen niet duidelijk maakt of zich er niet consequent aan houdt, zullen kinderen de grenzen constant opzoeken en er overheen gaan.
- De medewerker stimuleert teveel competitie in zijn groep. Competitie is in feite een vorm van (normaal gevonden) agressie. Winnen ten koste van je tegenstander, kan gemakkelijk uit de hand lopen, zeker als de kinderen die minder goed kunnen leren altijd de verliezers zijn. Zij kunnen dan compensatie gaan zoeken op andere gebieden.
- Laat de medewerker ruzies uitpraten of drukt hij ze de kop in? Ruzies (laten) uitpraten kost vaak veel tijd, maar onopgeloste conflicten hebben de neiging groter te worden en te escaleren tot agressie. Kinderen zoeken uiteindelijk toch een “oplossing”, one way or another.
- Maakt de medewerker voldoende onderscheid tussen gedrag en persoon? Vergelijk “Wat ben jij toch een vervelend mannetje!” (afkeuren van het kind) en “Ik vind het erg vervelend dat je weer gevochten hebt.” (afkeuren van het gedrag). Het vaak afkeuren van het kind i.p.v. het gedrag kan uiteindelijk leiden tot agressie vanuit frustratie en negatieve gevoelens.