SAMENVATTING

Latijnse naam: Epicrates cenchria cenchria | Herkomst: Zuid-Amerika | Habitat: Tropische bossen, graslanden | Voedsel: knaagdieren (en vogels) | Lengte: 150 – 200 cm | Eieren: 10 – 30 (eierlevendbarend) | Leeftijd: tot 20 jaar | Opvallend: In het zonlicht kan je de regenboog zien weerkaatsen

UITERLIJK

Deze slangen hebben een basiskleur die varieert van licht oranje tot rood met zwarte vlekken over het hele lichaam. De buik is wit tot crèmekleurig maar wordt roze wanneer de slang in vervelling ia. Wanneer deze dieren in zonlicht worden gezien wordt duidelijk waarom ze de naam regenboogboa wordt dragen. Een blauw/groene/paarse en gele glans verschijnt wanneer iemand met een flitser een foto maakt of wanneer de slang in het volle zonnetje te zien is. Deze boa’s worden zo genoemd vanwege hun kenmerkende glans die je kunt zien wanneer hun schubben licht opvangen. De kleuren kunnen vergeleken worden met de kleuren die je ziet als er olie op water drijft.

GESLACHTSONDERSCHEID

Mannetjes en vrouwtjes lijken heel erg op elkaar. Je kunt dan ook niet simpelweg zien welke van de 2 je in je handen hebt. Een geoefend slangenhouder kan aan de staartbasis van de slang een heleboel zien. Wanneer de staartbasis een verdikking heeft (deze is niet altijd met het blote oog te zien) is het exemplaar mannelijk. Wanneer het lichaam zonder verdikkingen aan de zijkant vloeiend overgaat in de staart is het een vrouwelijk exemplaar… Althans, deze test is niet 100% waterproef. Soms heeft een vrouw gewoon een dikke staart en een man een slanke staart. Wanneer je je geen foutjes kan permitteren omdat je 2 of meerdere rode regenboogboa’s in 1 terrarium wil gaan houden kan je de slangen laten sonderen. Denk hier echter goed over na, hoe belangrijk is het geslacht eigenlijk? In de handen van iemand die onervaren is in het sonderen kan de binnenkant van de slang stukgaan. Laat het sonderen altijd over aan een expert.

HERKOMST

Deze slangen komen voor in de noordelijke landen van Zuid-Amerika. Hier vertoeven ze in de bomen van de tropische regenwouden, en passen zich aan de omgeving aan.

HUISVESTING

Bij Exotus Serpenti krijgen de dieren dezelfde mogelijkheden als in de natuur. Een terrarium moet een koude en een warme kant hebben. Dit is te realiseren door de lamp niet in het midden, maar aan de zijkant van het hok plaatsen. In het terrarium mag de temperatuur onder de lamp tot 35 graden zijn en in het koude gedeelte rond de 27 graden. Aangezien deze dieren zijn aangepast aan het leven in de regenwouden moet de luchtvochtigheid hoog worden gehouden, dagelijks lichtjes sproeien met een plantenspuit kan je luchtvochtigheid tot 75-80% laten stijgen. Ditis perfect voor de rode regenboogboa. Wij hebben voor een enkele rode regenboogboa een terrarium van 110 (l) * 70 (b) * 50 (h). Een koppel regenboogboa’s vereisen een terrarium van ongeveer 150 (l) *70 (b)* 50 (h). Ook eisen deze dieren een grote waterbak, hier baden ze in, en dit zorgt dat de vervelling beter los komt. Verder moeten er schuilplaatsen in het terrarium aanwezig zijn, dit is erg belangrijk voor het dier omdat deze zich dan kan verschuilen en dus minder stress krijgt.

HANTEREN

Een rode regenboogboa kan gehanteerd worden. Door van jongs af aan veel aandacht in de slang te steken zal je zien dat de slang zich aan jou kan gaan hechten. Door de slang veel aan te raken en wekelijks op te pakken zal hij aan jou wennen. Een slang vindt het echter een eng idee om boven de grond op een bewegend object te zitten, ondersteun de slang hierom altijd op 2 punten van het lichaam en zorg dat hij altijd grip heeft.

Voordat je een slang gaat hanteren let je eerst op het gedrag van de slang hoe ligt die erbij is die in vervelling of zit die in een S-houding etc. Allemaal punten om rekening mee te houden voordat je de slang uit zijn terrarium gaat halen. Bij twijfel of onvoldoende ervaring hiermee gebruik dan eventueel een slangenhaak om het dier uit zijn terrarium te halen. De slangenhaken kan je vinden in de hoek van de korte stelling (zie foto) na gebruik weer schoon terug hangen alsjeblieft. Elke slang moet minimaal altijd op 2 punten worden ondersteund een hand achter de nek en een hand bij de staart. Als de slang nou gaat

hangen leg hem dan om je nek zo heeft die drie ondersteuning punten (zie foto). Voor grote slangen moet je altijd met zijn tweeën zijn omdat deze sterk genoeg kunnen zijn om jou te wurgen. De meeste slangen zullen zichzelf ook gaan vasthouden aan jou zodat ze niet kunnen vallen. Als je een slang om de nek doet bij iemand zorg er dan voor dat de staart onder de oksel gaat (meestal) houden ze zichzelf dan vast (zie foto). En laat de slang aan de andere kant rusten op de hand zorg ervoor dat ze hun handen open houden. Als de slang dan terug wil dat die dan niet wordt vastgehouden anders kan de slang geïrriteerd raken of misschien wel zelfs bijten. Blijf zelf altijd dicht in de buurt van het hoofd staan zodat je snel kan ingrijpen als er iets fout gaat (bijvoorbeeld als een kind voor het hoofd zwaait of langs rent) of ziet dat je moet ingrijpen. Je kan de mensen/kinderen bijvoorbeeld ook laten zitten op een stoel. Zorg er dan wel voor dat de slang nergens tussen door kan kruipen op de stoel.

VOEDING

Jonge exemplaren eten kleine babymuisjes. Dit is echter van korte duur aangezien de kleine slangetjes snel groeien. Na slechts enkele maanden eten de rode regenboogboa’s al kleine muizen terwijl de nog iets oudere exemplaren diverse knaagdieren zoals ratjes, gerbils, muizen en hamsters eten, maar ook worden er andere kleine diertjes verorberd zoals kuikentjes en soms een kleine hagedis.

BIJZONDERHEDEN

De rode Regenboogboa is een wurgslang die zijn prooi niet met gif maar door middel van verwurging om het leven brengt. Dit doet de slang niet bij de nek, maar bij de middel van de prooi. Bij elke uitademing van de muis gaat de slang iets strakker om het diertje heen zitten, net zo lang tot deze niet meer kan inademen.