Tapijtpython

SAMENVATTING
Latijnse naam: Morelia spilota | Herkomst: Australië en Nieuw-Guinea | Habitat: Tropische bossen, loofwouden, graslanden | Voedsel: knaagdieren en hagedissen | Lengte: 200 – 350 cm | Eieren: 50 (max) | Leeftijd: .. jaar | Opvallend: In het zonlicht kan je de regenboog zien weerkaatsen
UITERLIJK
De Tapijtpython heeft een cremekleurige tot gele buik. De bovenkant is bruin en bedekt met bruin crèmigevlekken en strepen. De kop is net niet driehoekig aangezien de kaken en neus in een afgeronde hoek staan. De tapijtpython heeft zeer duidelijk zichtbare warmtesensoren op zijn bovenlip die eruitzien als roze inkepingen. Deze python heeft zichtbaar verticale pupillen overdag. De kop staat in verhouding met zijn lichaam die nogal grofgebouwd is.
GESLACHTSONDERSCHEID
Deze is enkel te bepalen door de slang te laten sonderen. Dit moet echter altijd gedaan worden door een expert aangezien je anders aanzienlijke schade aan je slang kan toebrengen. Wanneer je de tapijtpython in zijn 1-tje gaat huisvesten raad ik u aan om de slang niet te laten sonderen. Maar wanneer u toch besluit een koppel te houden kunt u ze laten sonderen. Met een speciale sondeernaald wordt gekeken hoe diep de geslachtsopening is. Wanneer de naald diep wegzakt is de slang mannelijk, wanneer de naald niet diep kan is de slang vrouwelijk.
HERKOMST
Deze slangen komen voor in Centraal Australië. Ze leven vooral in rotsachtige gebieden en in bomen rondom Alice springs, en de bergengebieden die centraal Australië van het noorden scheiden. HUISVESTINGDe tapijtpython is een redelijk actieve slang en heeft hierdoor een terrarium nodig met meerdere mogelijkheden. Bij Exotus Serpenti zit onze tapijtpython in een terrarium van 110(l)*0,80(b)* 0,60(h). De python heeft schuil, zwem en klimmogelijkheden . Een kant van het terrarium warmt door de lamp op tot 35 graden, terwijl de andere kant van het terrarium 26 graden is overdag. Zo kan de slang zelf kiezen of hij wil opwarmen of afkoelen. Dit is erg belangrijk aangezien een slang zijn eigen lichaamstemperatuur niet kan regelen en de temperatuur van zijn omgeving aanneemt. Wij zorgen ervoor dat de temperatuur ’s nachts niet onder de 21 graden zakt door de warmtekabel in te stellen op een thermostaat. De thermostaat schakelt de warmtekabel in wanneer de temperatuur van het terrarium te ver naar beneden zakt.
HANTEREN
Deze reuzen staan bekend om hun goede karakter. De jonkies verdedigen zichzelf wel, maar hoe ouder en groter ze worden hoe rustiger de slang zelf wordt. Geef ze veel tijd en aandacht in het begin zodat de slang aan jou kan wennen. Ondersteun de slang altijd goed wanneer je hem oppakt maar houd hem ook weer niet te stevig vast. De slang kan dan zelf gaan ontdekken, en dit is goed voor zijn zelfvertrouwen. Wanneer de tapijtpython je volledig vertrouwd heb je een erg mooie en lieve slang in huis. Deze kan je hier en daar oppakken of een aaitje geven. Aangezien de slangen erg lang worden zou ik de slang wel op minimaal 2 punten ondersteunen.

Voordat je een slang gaat hanteren let je eerst op het gedrag van de slang hoe ligt die erbij is die in vervelling of zit die in een S-houding etc. Allemaal punten om rekening mee te houden voordat je de slang uit zijn terrarium gaat halen. Bij twijfel of onvoldoende ervaring hiermee gebruik dan eventueel een slangenhaak om het dier uit zijn terrarium te halen. De slangenhaken kan je vinden in de hoek van de korte stelling (zie foto) na gebruik weer schoon terug hangen alsjeblieft. Elke slang moet minimaal altijd op 2 punten worden ondersteund een hand achter de nek en een hand bij de staart. Als de slang nou gaat hangen leg hem dan om je nek zo heeft die drie ondersteuning punten (zie foto). Voor grote slangen moet je altijd met zijn tweeën zijn omdat deze sterk genoeg kunnen zijn om jou te wurgen. De meeste slangen zullen zichzelf ook gaan vasthouden aan jou zodat ze niet kunnen vallen. Als je een slang om de nek doet bij iemand zorg er dan voor dat de staart onder de oksel gaat (meestal) houden ze zichzelf dan vast (zie foto). En laat de slang aan de andere kant rusten op de hand zorg ervoor dat ze hun handen open houden. Als de slang dan terug wil dat die dan niet wordt vastgehouden anders kan de slang geïrriteerd raken of misschien wel zelfs bijten. Blijf zelf altijd dicht in de buurt van het hoofd staan zodat je snel kan ingrijpen als er iets fout gaat (bijvoorbeeld als een kind voor het hoofd zwaait of langs rent) of ziet dat je moet ingrijpen. Je kan de mensen/kinderen bijvoorbeeld ook laten zitten op een stoel. Zorg er dan wel voor dat de slang nergens tussen door kan kruipen op de stoel.
VOEDING
Deze slangen eten allerlei gewervelde dieren, zolang het maar in de mond past eigenlijk. Allerlei soorten vogels, knaagdieren, hagedissen en zelfs vleermuizen staan op het menu.
BIJZONDERHEDEN
De twee groeven in de kop weergeven de warmtesensoren van de slang. Veel mensen vinden de kop van deze slang er eng uitzien omdat de gaatjes in zijn lip behoorlijk goed zichtbaar zijn.