Mexico heeft in april dit jaar de invoer van niet-inheemse soorten die een ecologische en economische bedreiging vormen verboden. Echter worden er in de praktijk nog steeds schildpadden, kikkers, padden en velen andere reptielen ingevoerd.
De dierenwinkels in Mexico doen echter goede zaken met de exotische soorten. Volgens het hoofd van de niet-gouvernementele organisatie Teyeliz is de enige manier om invasieve soorten uit te bannen een verbod op de verkoop ervan. Invasieve soorten zijn soorten dieren, planten of andere organismen die door mensen worden geïntroduceerd in vreemde habitat, waar ze zich verspreiden en schade kunnen veroorzaken.
Sinds het midden van de jaren negentig, toen Mexico de markten opende voor buitenlandse handel, is het land een grote importeur van vogels, amfibieën en reptielen. Tussen 2005 en 2010 werden vergunningen afgegeven voor de import van 960.000 wilde vogels. Alleen in 2009 werden 239.000 vogels uit het buitenland gehaald.
De Nationale Commissie voor de Kennis en het Gebruik van Biodiversiteit (Conabio), een overheidsorgaan, heeft minstens achthonderd invasieve soorten geïdentificeerd in Mexico, waaronder zeshonderd plantensoorten. De rest zijn vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren.
Het land haalt jaarlijks ongeveer tien miljoen reptielen en amfibieën uit het buitenland. Het grootste deel van de geïmporteerde reptielen bestaat uit schildpadden. Deze dieren kunnen ziekten bij zich dragen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van de inheemse dieren.
Mensen die de geïmporteerde dieren kopen om ze te houden als huisdier, willen er vaak na een tijdje vanaf. Ze laten de dieren dan los op straat, in parken of in het water. Daardoor krijgen de dieren de mogelijkheid zich in het wild voort te planten en dominant te worden.
Bron: Mondiaal Nieuws